Luchtgeluidisolatiemetingen conform NEN 5077
NEN 5077
In de meetnorm NEN 5077 “Geluidwering in gebouwen – Bepalingsmethoden voor de grootheden voor geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies, luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie en geluidniveaus veroorzaakt door installaties” zijn diverse methoden opgenomen voor het bepalen van de geluidwering in gebouwen. De NEN 5077 bevat bepalingsmethoden voor de grootheden voor geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies, luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidniveaus veroorzaakt en nagalmtijd.
NEN-EN-ISO 16283-1
Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de NEN-EN-ISO 16283-1 “Akoestiek – Praktijkmeting van geluidisolatie in gebouwen en van bouwelementen – Deel 1: Luchtgeluidisolatie” voor het bepalen van het lucht-geluidniveauverschil”. De meetapparatuur voldoet aan de IEC-61672-1, klasse-1 (nauwkeurigste categorie).
Geluidsisolatie meting
De luchtgeluidsisolatie tussen twee ruimten kan bepaald worden met behulp van zogenaamde ‘roze ruis’. In de zendruimte worden één of meerdere speakers geplaatst. Via deze speakers wordt roze ruis ten gehore gebracht met een hoog geluiddrukniveau (circa 100 tot 110 dB). Er wordt getracht een zo diffuus mogelijk geluidsveld te creëren binnen de zendruimte. Het exacte geluiddrukniveau binnen de zendruimte wordt bepaald met behulp van een geluidmeter. Vervolgens wordt het geluiddrukniveau bepaald in de ontvangruimte.
DnTA en DnTA;k en Iluk
Aan de hand van het verschil tussen beide geluidrukniveaus en gegevens met betrekking tot de ruimten (oppervlakte scheidingsvlak, volume van het ontvangvertrek en nagalmtijd van het ontvangvertrek) kan de luchtgeluidsisolatie tussen de ruimten worden bepaald. De luchtgeluidsisolatie kan, afhankelijk van het toetsingskader, worden uitgedrukt als het gewogen lucht-geluidniveauverschil (DnT,A), het karakteristieke lucht-geluidniveauverschil (DnT,A,k) of de karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluid (Ilu;k).
Nagalmtijd RT60 en RT20
Voor het bepalen van de geluidsisolatie is het noodzakelijk om ook de nagalmtijd (RT60 in seconden) te bepalen. De gemeten geluidsniveaus worden namelijk genormeerd door deze terug te rekenen naar een ruimte met een standaard nagalmtijd van 0,5 seconden. In langer galmende ruimten wordt namelijk een hoger geluidsniveau gemeten en in korter galmende ruimten een lager geluidsniveaus. De meetresultaten worden hiervoor gecorrigeerd.