Immissie geluidsmeting

Directe immissiegeluidsmetingen

Meting geluidsdrukniveau op toetspunt

Bij het uitvoeren van directe immissiegeluidsmetingen wordt het geluiddrukniveau direct ter plaatse van het betreffende toetspunt (beoordelingspunt) gemeten. Het toetspunt zal meestal ter plaatse van een geluidsgevoelige bestemming, bijvoorbeeld een woning of een onderwijsgebouw. De geluideisen staat in het Bkl, het Omgevingsplan of de Omgevingsvergunning.

Handleiding HMRI – Standaard methode volgens bijlage IVh van de Omgevingsregeling

In de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai wordt een methode voor het uitvoeren van directe immissiemetingen omschreven onder methode II.1. De HMRI (per 01-01-2014 standaard methode industrie) stelt:
“De immissiemeetmethode is in principe eenvoudig doordat de beoordelingsgrootheid, het langtijdgemiddeld geluidsniveau LAeqi,LT, direct gemeten wordt zonder aanvullende berekeningen. Om deze reden zal de methode vaak nauwkeuriger zijn dan de emissiemethoden waarbij een overdrachtsberekening wordt uitgevoerd. Indien stoorgeluid niet van belang is en de bedrijfstoestand van de bron eenduidig is, verdient de immissiemethode de voorkeur.

Per 1 januari 2024 in de Omgevingswet ‘Meet- en rekenmethode geluid Industrie’ zoals opgenomen in bijlage IVh van de Omgevingsregeling.

De methode voorziet in een meting van het geluid in de buitenlucht waarna het meetresultaat nog gecorrigeerd wordt voor stoorgeluid”

Correcties

Naast correctie voor het stoorgeluid kunnen er, afhankelijk van de situatie, ook nog correcties op het gemeten geluidsniveau worden toegepast voor gevelreflectie en/of bedrijfsduur. Ook wordt in sommige gevallen een toeslag toegepast. Voor herkenbaar impulsachtig geluid (+5 dB), voor tonaal geluid (+5 dB) of muziekgeluid (+10 dB). Padel en tennisgeluid wordt bijvoorbeeld bestraft met +5 dB voor impulsgeluid.

Wanneer het meetpunt op circa 2 meter voor een vlakke gevel ligt, mag er 3 dB van het gemeten geluidsniveau worden afgetrokken, om te corrigeren voor reflecties van het geluid in deze achterliggende gevel. Wanneer de gemeten geluidsbron gedurende een representatieve bedrijfssituatie niet volcontinu in werking zal zijn, mag er op het gemeten geluidsniveau nog een zogenaamde bedrijfsduurcorrectie worden toegepast. Indien een geluidsbron gedurende een normale werkdag bijvoorbeeld slechts 50% van de tijd in werking is, mag er van het geluidsniveau 3 dB worden afgetrokken.

Meten op referentiepunt en extrapolatie

In sommige gevallen kan het geluidsniveau, vanwege een te grote afstand en te hoge stoorgeluidsniveaus, niet direct ter plaatse van het beoordelingspunt worden gemeten. In dat geval kan het geluidsniveau soms op een referentiepunt worden gemeten tussen de geluidsbron en het beoordelingspunt is. Met behulp van een rekenkundige formule kan het geluidsniveau dan geëxtrapoleerd worden naar het beoordelingspunt.

Geluidsmetingen bij een padelbaan met precisie geluidsmeetapparatuur volgens IEC-61672-1