Trillingsmetingen DIN 4150.: De Duitse norm DIN 4150 is de basis geweest voor de Nederlanse SBR-Richtlijnen inzake trillingen. Belangrijk verschil tussen de Nederlandse en Duitse norm is het bepalen van de dominante frequentie (voor wat betreft deel 3). De Duitse norm gaat uit van de fysisch dominante frequentie terwijl de SBR bepaald welke frequentie de grootste overschrijding geeft van de grenswaarden. De AVCMonitoring doet beide. U kunt derhalve ook altijd schakelen tussen beide normen of bekijken wat de verschillen zijn. De DiN-4150 maakt ook gebruik van de gewogen trillingsgrootheid KB (Kenwerte für die Beurteilung von Erschütterungen). Toen er nog geen wetttelijk normen in Nederland waren werden de trillingen beoordeeld volgens de DIN 4150. In dit artikel kunt u daar meer over lezen.
Trillingsmetingen DIN 4150 kent drie delen:
- DIN 4150-1 Erschütterungen im Bauwesen : Vorermittlung von Schwingungsgrößen
- DIN 4150-2 Erschütterungen im Bauwesen : Einwirkungen auf Menschen in Gebäuden
- DIN 4150-3 Einwirkungen auf bauliche Anlagen
In voornoemde DIN normen wordt voor eisen aan de meetapparatuur en meetmethode verwezen naar:
- DIN 45669-1 Messung von Schwingungsimmissionen : Anforderungen und Prüfungen
- DIN 45669-2 Messung von Schwingungsimmissionen : Messverfahren
In Nederland maken we voor trillingsmetingen gebruik van de SBR-A voor schaden en SBR-B voor hinder. De DIN-4150 heeft aan de basis gestaan van de Nederlandse richtlijnen.
De beoordelingsmethodiek uit SBR-richtlijn B sluit vrijwel volledig aan bij de Duitse richtlijn DIN 4150, deel 2. In de SBR-commissie die de richtlijn heeft opgesteld is gekeken naar de beoordelen. Analoog aan geluid of analoog aan de Duitse norm. Er is gekozen om bij de nieuwe uitgave van de SBR-richtlijn B in 2002 voort te borduren op de eerdere uitgave van de SBR-richtlijnen uit 1993. Deze oudere versie was als gebaseerd op de Duitse richtlijn met wat marginale verschillen.